Fragment uit roman over Diaghilev en Nijinsky

Een binnenkomende Vassili stoorde Sergei in zijn gedachten. Walter had een krant genomen en zat te lezen. Alexei Mavrine, zijn secretaris, schreef brieven uit en berekende de kosten van kostuums van Cleopatra. Ze hadden het niet gewaagd de zwijgende glimlachende man te storen.
"Ja Vassili?"
"Een telegram, baron."
Sergei las het papier en legde het langzaam op tafel. Walter keek op van zijn krant, op het gezicht van Sergei verscheen een verbeten uitdrukking en hij liet onverwachts zijn vuist op de tafel neerkomen. De kopjes rinkelden. Alexei verslikte zich in zijn koekje en sprong hoestend overeind.
"Wat is er aan de hand?"
Walter trok het telegram onder Sergei's hand vandaan en las het met stijgende verbazing.
"We mogen niet langer gebruik maken van het Hermitage theater voor de repetitie, de permissie is ingetrokken."
Alexei wierp een blik op Sergei die rood aan was gelopen van woede, hij kende het temperament van zijn vriend. Walter was ook op de hoogte, hij vermoedde dat het hier niet op zou houden. Sergei bezat een wonderlijke elasticiteit die hem onder iedere tegenslag uit deed komen.
"Wat nu?"
De artiesten moeten vertrekken, we zullen het Hermitage-theater latenvoor wat het is. Alexei, ga onmiddellijk daar naar toe om hen op de hoogte te stellen. Alle kostuums en decors moeten worden ingepakt, kom daarna terug. Walter, wij gaan op zoek naar andere accommodatie."
Alexei greep een jas en was al weg. Sergei begon met een lijst in de hand alle beschikbare ruimtes op te sommen. Hij stopte halverwege de rij en liet een taxi roepen. Walter, nog in het ongewisse over de plannen van zijn vriend, kon die alleen maar volgen.
"Wat ben je van plan, Seroja?"
"We gaan Kessinskaija vragen."
De glimlach sprak boekdelen, Sergei liet zich niet verslaan, zelfs niet door de tsaar zelf. De taxi reed langs drie theaters, die alleen aan een vluchtige inspectie werden onderworpen. De derde viel in de smaak, het was de Catharinahal waar de directeur schrok van de binnenstormende mannen.
"Kan hier gerepeteerd worden?"
"In principe wel."
Sergei keek voldaan.
"Valetchka, ga terug naar de flat en zeg Alexei dat ik iets heb gevonden. Laat taxi's aanrukken om de boel te verhuizen. Ik veracht dat iedereen hierheen komt."
De directeur maakte een afwerend gebaar maar Sergei liet Walter vertrekken alvorens hij zich aan het overreden van de man wijdde.
"Ik heb nog geen toezeggingen gedaan."
"U zou me zeer van dienst zijn wanner u dat desondanks deed. Wij hebben absoluut ruimte nodig en uw theater is werkelijk allercharmantst. Ik zou je geen beter omgeving toe kunnen wensen."
Stroop smeren hielp in de meeste gevallen wonderbaarlijk goed, de man begon te glimlachen, draaide op zijn hakkenen wierp een blik om zich heen alsof hij voor het eerst ontdekte dat zijn hal een zekere waardering afdwong.
"Over welke groep gaat het?"
"Dansers van het Marijinskytheater, de optie die wij op het Hermitage hadden is vandaag ingetrokken."
Het gelukte hem de toestemming los te krijgen en hij belde naar het Hermitage waar hij Benois aan de lijn kreeg.
"Is het gelukt, Shura?"
"Ja, jullie zijn welkom in de Catharinahal."
"Ik bewonder je doorzettingsvermogen."
Dat compliment deed hem goed, op dit punt leverde het inderdaad wat op, misschien moest hij op andere punten ook in de aanval gaan in plaats van de afwachtende te spelen.
"Hoe is de stemming?"
"Verward, een beetje beschaamd omdat we hieruit zijn gegooid. Verder is het goed."
"Hmm, ik zal hier zijn om jullie te ontvangen."
Hij was tenslotte zakelijk leider, Sergei vond de begeleiding van zijn artiesten een normaal uitvloeisel van zijn taak en moest de moest erin zien te houden. Hoe Alexander en Alexei het klaarspeelden om het hele gezelschap dwars door de stad te krijgen was verder hun zaak, hij kon de intocht slechts zien vanuit het bovenraam van de hal. In een lange rij taxi's, nagestaard door de mensen op straat, arriveerde lachende artiesten aan het Ekaterinksy-kanaal. Grote hoeveelheden kostuums, op gestapelde decorstukken en koffers met spullen, daar bovenop nog meer mensen, het leek wel de intocht van een rondreizend circus. Zijn ogen zochten Vaslav, de jongen keek naar het water, zonder te lachen, zo te zien in gedachten verzonken. Wat ging er toch allemaal in dat hoofd om?
Sergei ging naar beneden en hoorde een verward lacherig relaas van Alexei aan die de hele tocht als een romantisch optocht beschreef, hij werd omringd door mensen die wilden weten wat er aan de hand was.
"Vanavond is de repetitie hier."
"Het is een leuk gebouw!"
"De spullen kunnen hier blijven. Laat jullie de weg maar wijzen."
Een bijenkorf was er rustig bij, honderd mensen renden af en aan, pratend, sjouwden en verdwaalden maar het humeur was goed. Sergei trachtte zijn hoofd bij elkaar te houden en ging op zoek naar Vaslav.
De jongen stond afgezonderd van de anderen rond te kijken alsof hij langzaam aan de overgang moest wennen.
"Wat is er, Vatza?"
"Waarom moesten we weg uit het Hermitage?"
"Heeft niemand dat verteld? Er was een telegram van de tsaar gekomen dat ons verbood er langer te oefenen."
"Ïs hij boos op ons?"
"Niet op jullie. Er is echter een gespannen verhouding tussen mij en de keizerlijke familie, dat geeft niet, we kunnen het wel zonder hen af."
"De tsaar vindt mij aardig, ik mocht bij hem op schoot zitten en hij heeft me dit horloge geschonken."
Vaslav stak zijn hand uit en liet een gouden polshorloge zien dat onder de mouw van zijn overhemd verborgen was gebleven, "Vind je het niet mooi?"
"Jazeker, hij moet je wel mooi hebben vinden dansen."
"Ja, hij vond me de beste van de hele klas, dat was een groot compliment, ik was er best trots op."
Sergei herinnerde zich een andere ontmoeting met de tsaar en glimlachte. De onderzoekende blik van de wantrouwende Vaslav sprak boekdelen; als de jongen zich uitgelachen voelde door La Giaconda zouden de mensen het voor zin gevoel wel helemaal op hem gemunt hebben.
"Ik lach niet om jou, Vaslav, ik lach omdat ik denk aan vroeger. Ik organiseerde een tentoonstelling van moderne kunst in het paleis van prinses Tenishev. Op een ochtend zat ik te lunchen en hoorde ik dat de tsaar op weg was naar de tentoonstelling en daar waarschijnlijk al zou zijn gearriveerd. Niemand wist ervan dus niemand had zich erop gekleed, ook ik niet. In paniek haastte ik me naar het Winterpaleis, rond kijkend naar een geklede jas. Tenslotte trof ik Korovine die een pandjesjas droeg, ik stortte me op hem.
"Leen me je jas," riep ik, "De tsaar moet ontvangen worden."
Hij stond me zijn jas af maar hij was veel kleiner en smaller dan ik dus het paste met geen mogelijkheid. Samen trekkend slaagden we erin alle knopen te sluiten, ik kon nauwelijks meer ademhalen en haastte me naar de tsaar toe, waar de prinses al was gearriveerd. Ze keek naar me en kon haar lachen nauwelijks bedwingen, ook ik moest steeds op mijn lippen bijten om ernstig te blijven doch slaagde erin ernstige uitleg te geven over de tentoonstelling. Gelukkig bleef de tsaar niet lang en kon ik me van het korset bevrijden en hartelijk lachen. Het was in 1899, negen jaar geleden alweer."
Vaslav zweeg in verbazing.
"Vond je het niet eng?"
"Nee, ik had hem al eerder gesproken. Hij weet weinig van kunst, eenmaal slaagde hij erin bij een portret van Somov te vragen waarom het schilderij niet was afgemaakt. Wat zeg je dan?"
"Wat zei u?"
"Ik zei dat hij het hoofd alleen waarschijnlijk wel genoeg vond, hij ging met die verklaring akkoord."
"Was hij niet boos?"
"Nee hoor, toen nog niet."

 


Meer lezen? Download hier de eerste vier hoofdstukken van het boek Vatza Vatza

Klik hier voor meer ballet